
De toekomst van coaching
Een persoonlijke visie van huisarts (in opleiding) en coach Jorrit de Vries. Als huisarts in opleiding én coach zie ik dat de nieuwe Beroepscode voor Professionele Coaching een belangrijke stap is richting verdere professionalisering van ons vak. Tegelijkertijd roept het vragen op: hoe creëren we een gezamenlijk kader zonder de creativiteit en diversiteit van coaches te verliezen? Coaching verdient het om serieus genomen te worden – niet als trend, maar als waardevol en effectief beroep. Daarvoor is een stevige basis nodig. Gelukkig kunnen we als coachingswereld leren van andere vakgebieden waar die ontwikkeling al eerder is ingezet.
Wat coaching kan leren van de zorg.
In de geneeskunde bestaat al eeuwenlang een ethische leidraad: de eed van Hippocrates. Deze verbindt alle artsen, stelt de patiënt centraal en benadrukt zorgvuldigheid, integriteit en continue professionele ontwikkeling. Hoewel de kern van de eed grotendeels hetzelfde is gebleven, is de tekst in de loop der tijd aangepast aan de normen van de maatschappij. Oorspronkelijk werd deze eed opgesteld door een groep Griekse artsen die zich wilden onderscheiden van kwakzalvers. Ze wisten dat geneeskunde beter kon en werkten aan een fundament van kennis en deskundigheid. Dit heeft, samen met de opkomst van empirische wetenschap, bijgedragen aan het succes van de medische wereld.
Misschien is coaching op weg om een nieuwe groep professionals te vormen die, net als de oude Grieken, wijsheid en deskundigheid combineren en verder ontwikkelen.
In een wereld waarin steeds meer processen worden overgenomen door computers en AI, blijft er één belangrijke vraag over: hoe zorgen we ervoor dat mensen zichzelf blijven kennen, reflecteren en zich verbinden met anderen?
Coaching in de toekomst
Als coaching in de toekomst een stabiele, erkende positie wil hebben, is er werk aan de winkel. Door samen te werken en duidelijke afspraken te maken over ethiek, onderzoek en professionaliteit, ontstaat er een solide basis waarop coaching verder kan groeien. Dit proces is al in gang gezet met de komst van de Beroepscode Professionele Coaching. Een sterke beroepscode helpt niet alleen bij het waarborgen van kwaliteit, maar zorgt er ook voor dat coaching serieuzer wordt genomen door opdrachtgevers, bedrijven en zelfs de zorgsector. Als coaches zich goed verenigen, kan er een belangrijke stap gezet worden richting meer erkenning en een stevige inbedding van het coachingsvak in de samenleving. Ik schat de kans groot dat coaching dan eindelijk wordt gezien voor wat het is: een vak dat mensen écht verder helpt.
Vrijheid en professionalisering: een balans vinden
Het is natuurlijk niet populair om te pleiten voor een breed institutioneel document dat rekening houdt met de feilbaarheid van het individu. Veel coaches kiezen dit beroep juist vanwege de vrijheid om hun eigen stijl te ontwikkelen. Ook voor mij was dit een belangrijke reden om een deel van mijn tijd aan coaching te besteden. Een te strikte regulering zou die vrijheid kunnen beperken en coaches kunnen afschrikken.
Dit is een begrijpelijke zorg, zeker binnen de medische sector, waar professionals al langer worstelen met regels die hun autonomie beperken. Toch fantaseer ik weleens over een beschermde titel, zoals ‘coachkundige’, of een vorm van tuchtrecht voor coaches. Misschien roept dat weerstand op, omdat sommigen vrezen dat coaching in een keurslijf wordt geperst en dat de diversiteit in het vak verloren gaat. De uitdaging ligt dan ook in het vinden van een gulden middenweg: niet te veel regels, maar wel duidelijke kaders en een scherpe ethische ondergrens.
Coaching en de zorg: samenwerken in de toekomst?
Daarnaast zou het een waardevolle ontwikkeling zijn als coaches nauwer gaan samenwerken met professionals uit andere disciplines, zoals medici. Wat als huisartsen patiënten kunnen doorverwijzen naar bewezen en (deels) vergoede coaching? Betrouwbare coachpraktijken, die zich houden aan een heldere beroepscode, zouden dit kunnen faciliteren. De kansen om coaching in te zetten als aanvulling op de geestelijke gezondheidszorg liggen voor het oprapen. Laten we de komende jaren onderzoeken hoe dit eruit kan zien. Ik nodig coaches, maar ook medici, uit om hierover in gesprek te gaan en concrete plannen te maken. Het is tijd om bruggen te bouwen en deze beroepscode kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren.
De volgende stap
Hoe dan ook blijft de vraag naar zingeving en zelfreflectie groeien. Dit zal coaching als vak verder vooruit helpen. De sleutel ligt in professionalisering, zonder de essentie van coaching te verliezen: eigenheid, contact en persoonlijke vrijheid. Hierdoor ontstaat ruimte om coaching verder te ontwikkelen, net zoals artsen ooit besloten om zich als vakgebied te onderscheiden. Coaching kan uitgroeien tot een professie waarin wijsheid en deskundigheid worden verenigd. Niet omdat het moet, maar omdat we weten dat het beter kan.
De beroepscode is geen eindpunt, maar slechts een begin.